Energietransitie op de Noordzee

Klimaatdoelen en energiebehoefte

Om de doelstelling uit het Klimaatakkoord van eind 2015 te halen had Nederland oorspronkelijk de ambitie om in 2030 jaarlijks 49 terrawattuur (TWh) aan windenergie op zee te produceren. Daarvoor is een capaciteit van 11,5 gigawatt nodig. In 2022 heeft het kabinet besloten om de doelstelling te verhogen naar circa 21 gigawatt in 2030. De Routekaart en de Aanvullende Routekaart 2030 schetsen de hoofdlijnen voor de ontwikkeling van de nieuwe windenergiegebieden die daarvoor nodig zijn.

De productie van elektriciteit met een windpark op zee veroorzaakt ongeveer veertig keer minder broeikasgassen dan de productie van elektriciteit in een Nederlandse aardgascentrale. En zelfs tachtig keer minder dan de elektriciteitsproductie in een Nederlandse kolencentrale. De uitstoot van broeikasgassen bij het produceren, transporteren, onderhouden en verwijderen van een windturbine is maar een fractie van de hoeveelheid broeikasgassen die die turbine bespaart tijdens haar levensduur.

Windparken op zee wekken dus veel hernieuwbare energie op en dat is hard nodig. De energie wordt omgezet naar elektriciteit en naar land gebracht. Dit is belangrijk voor de elektriciteitsbehoefte en verwarming van onze huishoudens, maar ook voor de industrie. De industrie heeft hernieuwbare energie nodig om de huidige fossiele brandstoffen en grondstoffen te kunnen vervangen door duurzamere energie en ‘groene moleculen’, zoals waterstof uit elektrolyse. Voor die elektrolyse kan dan weer de elektriciteit uit windparken worden gebruikt.

De windparken op de Noordzee dragen zo bij aan de klimaatdoelstellingen waar we in Nederland voor staan. Er zijn daarom ook al plannen voor de ontwikkeling van nieuwe windparken ná 2030.

Energieakkoord

In het Energieakkoord voor duurzame groei is afgesproken dat windparken op zee in 2023 een totaal vermogen hebben van circa 4,5 gigawatt. In 2015 is vervolgens de Wet Windenergie op Zee in werking getreden. Deze wet geeft het Rijk de mogelijkheid kavels uit te geven voor de ontwikkeling van windparken op zee.

Uit de eerste routekaart voor windenergie op zee (tot 2023) zijn daarna kavels uitgegeven in de windenergiegebieden Borssele en Hollandse kust (zuid en noord).

Routekaart 2030

In de Routekaart 2030 zijn voor de periode 2024-2030 de hoofdlijnen geschetst om een extra vermogen van circa 7 gigawatt aan windenergie op zee te realiseren. Het grootse deel (ruim 6 gigawatt) moet worden opgewekt in gebieden die al eerder zijn aangewezen in het Nationaal Waterplan 2016-2021. Het zijn de gebieden Hollandse Kust (west), Ten noorden van de Waddeneilanden en IJmuiden Ver.

Zie voor meer informatie over de Routekaart windenergie op zee 2030 de brief van 27 maart 2018 van de Minister van Economische Zaken en Klimaat aan de Tweede Kamer en de officiële bekendmaking.

Aanvullende Routekaart 2030

In 2020 heeft zowel de Europese Commissie als het Europese Parlement, mede door invloed van Nederland, de ambitie uitgesproken om in 2030 een CO2-reductiedoelstelling te bereiken van -55 procent ten opzichte van 1990. Windenergie op zee zou daarin een belangrijk aandeel moeten hebben. Het kabinet heeft daarom begin 2022 besloten rond 2030 een totaal vermogen van circa 21 gigawatt met windenergie op zee te realiseren. Dat wil zeggen een extra vermogen van 9,5 bovenop de eerder gestelde ambitie van 11,5 gigawatt.

In het Klimaatakkoord was al afgesproken dat een eventuele extra opgave voor windenergie op zee in de periode tot en met 2030 gebonden is aan twee belangrijke voorwaarden:

  • Er is een aantoonbare energievraag vanuit de industrie nabij de kust. Als die energievraag groot is, is het niet nodig om de energie verder het land in te transporteren en daarmee om het hoogspanningsnet uit te breiden.
  • Er worden voldoende nieuwe windenergiegebieden aangewezen.

Zie de Kamerbrief van 10 juni 2022 voor meer informatie over de Aanvullende Routekaart 2030.

WOZ_Routekaart_v19_NL_november_2023

Klik voor grotere afbeelding

Download de routekaart als pdf. (pdf, 280 kB)

Net op Zee en VAWOZ 2030

Netbeheerder TenneT zorgt voor de aansluiting van de nieuwe windenergieparken op zee op het landelijk hoogspanningsnet en voor het transport van de met wind opgewekte elektriciteit.

Eind 2021 maakte de minister van Economische Zaken en Klimaat de resultaten bekend van de Verkenning Aanlanding Windenergie op Zee voor de periode tot en met 2030 (VAWOZ 2030). Deze verkenning brengt de mogelijkheden in kaart voor het aan land brengen van meer windenergie op zee in deze periode, een versnelling die nodig is om de klimaatdoelstellingen voor 2030 te halen.

Nieuwe windenergiegebieden

De onbenutte (delen van) windenergiegebieden op zee in het Nationaal Waterplan 2016-2021 boden nog maar beperkt ruimte voor nieuwe windparken. Daarom heeft het kabinet in maart 2022 de windenergiegebieden Nederwiek, Lagelander en Doordewind aangewezen om de doelstelling van circa 21 gigawatt wind op zee rond 2030 mogelijk te maken. Deze nieuwe windenergiegebieden zijn aangewezen in het Programma Noordzee 2022-2027.