Ecologie

De bouw en aanwezigheid van windparken op de Noordzee hebben effecten op in zee levende of over zee trekkende dieren. Dit kunnen negatieve effecten zijn, zoals verstoring en sterfte. Het zou voor enkele soorten ook zo kunnen zijn dat er positieve effecten zijn: er ontstaat bijvoorbeeld een nieuwe leefomgeving op het hardsubstraat van de turbines onder water. Ecologie is een belangrijk onderwerp voor de belangenafweging bij het realiseren van windparken op zee. Uitrol van Windparken op zee moet plaatsvinden binnen de ecologische grenzen uit de Natuurbeschermingswet.

Onderzoek

Over de effecten van windturbineparken op het ecosysteem van de Noordzee bestaan nog onzekerheden. Om antwoord te krijgen op belangrijke vragen rond de bouw en exploitatie van offshore windparken wordt daarom veel onderzoek gedaan. Europese regelgeving vereist dat bij veel onbekendheid over de ingreep-effectrelaties uit voorzorg een veilige marge moet worden aangenomen. De onbekendheid over ecologische effecten beïnvloedt ook een kostenefficiënte realisatie van de doelstellingen voor wind op zee. Om beter te begrijpen wat de effecten op de ecologie zijn van zowel de aanleg als ingebruikname van windparken heeft de overheid verschillende onderzoeken laten uitvoeren:

Shortlist Wind op zee

VUM

Wozep

Naast de door de overheid gefinancierde onderzoeksprogramma’s hebben de initiatiefnemers van de parken Egmond (OWEZ), Prinses Amalia (PAWP), Luchterduinen en Gemini een onderzoeksprogramma dat voortkomt vanuit een verplichting behorende bij de vergunning (Monitoring- en evaluatieprogramma-verplichting).

Cumulatie van ecologische effecten

Ecologische kennis is van belang om zicht te krijgen op de cumulatie van ecologische effecten.  Er  is een toetsingskader gemaakt (het ‘Kader Ecologie en Cumulatie’ of wel KEC) waarbij niet zozeer is gekeken naar het effect van een individueel windpark, maar juist is gekeken naar de effecten van alle windparken samen op de ecologie. In dit Kader Ecologie en Cumulatie (KEC) is onderzocht wat de gecumuleerde ecologische effecten kunnen zijn van bestaande, in aanbouw zijnde en toekomstige windparken op zee tot 2030.  Doel van het KEC is om te kunnen bepalen of alle gebouwde en geplande windmolenparken samen, tot ‘significante negatieve effecten’ op de ecologie leiden.

Hierbij is gefocust op de effecten op bruinvissen, enkele soorten zee- en trekvogels en op de ruige dwergvleermuis. Dit zijn de soorten en soortengroepen waarvoor de grootste effecten worden verwacht en die vanuit Natuurwetgeving een beschermde status hebben. Zo nodig moeten dan voorschriften worden opgenomen in de kavelbesluiten waarmee de effecten worden voorkomen of verminderd. Met de Beleidsnota Noordzee 2016-2021 heeft het Rijk zichzelf gebonden aan het opstellen en toepassen van een Kader Ecologie en Cumulatie.

Het KEC is een instrument dat in Nederland ontwikkeld is en nu in Nederland toegepast wordt. In internationaal verband wordt eveneens aandacht besteed aan het in beeld brengen van de ecologische effecten van offshore windparken op zee. In de Politieke Verklaring van  Noordzee energie ministers over energie samenwerking tussen Noordzee landen  (juni 2016) is onder meer afgesproken om een gemeenschappelijk kader voor milieu effect rapportage te ontwikkelen (CEAF = Common Environmental Assessment Framework).