Start/Stop in kavelbesluit windpark

Aan de ontwikkeling van windenergie op zee gaat de uitgifte van kavels door de minister van Economische Zaken en Klimaat vooraf. Voor deze kavels worden zogenoemde kavelbesluiten vastgesteld, waarin staat aangegeven waar en onder welke voorwaarden een windpark gebouwd en geëxploiteerd mag worden. Het respecteren van de Start/Stop-procedure is een van die voorwaarden.

Zodra een kavelbesluit is vastgesteld, worden er tenders voor een windpark uitgeschreven. De uiteindelijke windparkeigenaar, de partij die de tender wint, conformeert zich aan de voorwaarden van het kavelbesluit, zoals de voorwaarde van het (nagenoeg) stopzetten van de turbines – zodra de grenswaarde voor grote vogeltrek rond het windpark op zee volgens de voorspelling wordt bereikt. De nieuwe windparkeigenaar is dus verplicht zich te houden aan de Start/Stop-procedure en moet bij het afroepen van een besluit tot deze maatregel, het aantal omwentelingen van de bladen van de turbines laten vertragen tot maximaal twee per minuut.

Deze voorwaarde geldt voor de windparken waarvoor een kavelbesluit van kracht is. Dat wil zeggen dat het huidige model (gereed najaar 2022) vooralsnog geldt voor de windenergiegebieden langs de Zeeuwse en Hollandse Kust. Later wordt gestart met een apart model voor het windgebied Ten noorden van de Waddeneilanden. Voor de jaren hierna wordt voorzien in de ontwikkeling van een derde model voor verder weg op zee.

Netbeheerder TenneT is betrokken in de procedure; de netbeheerder draagt bij aan het goede verloop van het protocol door op zorgvuldige wijze na te gaan - voorafgaand aan het afroepen van de maatregel - of er géén instabiliteit op het net of een mogelijk tekort aan energie optreedt.

ganzen

Ganzentrek

Andere maatregelen tegen aanvaringen

Waar de Start/Stop-maatregel specifiek voor trekvogels is, wordt vanuit de overheid ook naar andere maatregelen ter vermindering van vogelslachtoffers gekeken. Hierbij gaat het met name om zeevogels. Zo wordt gekeken of een zwarte wiek kan helpen bij het tegengaan van vogelslachtoffers. Ook wordt onderzoek gedaan naar aanpassing van de turbine zelf. Een tiplaagte-verhoging (verhoging van de hoogte van de tip als de tip van de wiek helemaal naar beneden staat) zou gunstig kunnen zijn voor bepaalde vogelsoorten. We kijken steeds naar nieuwe mogelijkheden ter voorkoming van zoveel mogelijk vogelaanvaringen bij wind op zee conform de natuurwetgeving. Het ontwikkelen van maatregelen ter voorkoming van vogelaanvaringen is een verantwoordelijkheid voor en van alle offshore windparken.

Ieder jaar vliegen er tijdens de voorjaars- en najaarsmigratie duizenden trekvogels over de Noordzee. Het gaat bij de vogeltrek over zee om enkele honderden verschillende soorten, zoals steltlopers, eenden, zwanen, ganzen en roofvogels. De grootste groep in aantal zijn de zangvogels, zoals koperwieken en zanglijsters. Tijdens de vogeltrek kunnen trekvogels, als zij op rotorhoogte vliegen, in aanvaring komen met rotorbladen (wieken) en sterven. 
De Wet windenergie op zee geeft de overheid de mogelijkheid kavels uit te geven voor de ontwikkeling van windparken op zee. De Wet windenergie op zee houdt rekening met de uitvoering van de Wet natuurbescherming. Met het oog op de Wet natuurbescherming wordt gekeken naar maatregelen die negatieve effecten van windparken op trekvogels zoveel mogelijk beperken. De Start/Stop-maatregel is daar een voorbeeld van.