Nationale uitwerking in Mariene Strategie deel 1, milieutoestand

Mariene Strategie deel 1 bevat de initiële beoordeling, de goede milieutoestand, de bijbehorende milieudoelen en indicatoren. Deze indicatoren zijn gerangschikt naar elf kwalitatief beschrijvende elementen (descriptoren), zoals neergelegd in bijlage 1 van de Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRM). Dit document benoemt ook de beleidsopgaven en de prioriteiten voor de kennisprogrammering. De geactualiseerde Mariene Strategie deel 1 is in juni 2018 door het kabinet vastgesteld.

Besluitvorming

De bewindspersoon van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) is verantwoordelijk voor de voorbereiding van de Mariene Strategie voor het Nederlandse deel van de Noordzee en voor een tijdige en correcte uitwerking ervan in de Nederlandse wet- en regelgeving.
Zoals in de Waterwet is bepaald, deelt de minister van IenW deze verantwoordelijkheid met de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), vanwege diens verantwoordelijkheid voor de beleidsterreinen biodiversiteit, natuur en visserij. De ministerraad stelt de Mariene Strategie vast

De Mariene Strategie raakt aan veel onderwerpen waarvan de ontwikkeling en besluitvorming om nauwe samenwerking vraagt tussen verschillende ministeries, te weten:

  • LNV vanuit de implementatie van onder andere Natura2000 op zee, biodiversiteit en voor duurzame visserij;
  • Economische Zaken en Klimaat vanuit de verantwoordelijkheid voor ambities ten aanzien van duurzame energieproductie en efficiënte benutting van aardgas- en aardolievoorraden;
  • Defensie voor de defensiegebieden en activiteiten op zee;
  • IenW zelf vanuit haar medeverantwoordelijkheid voor onder andere de verontreiniging vanaf het land, scheepvaart en ook als verantwoordelijke voor zandwinning en suppletie ten behoeve van de kustbescherming, ophoogzand voor op het land en het tegengaan van overstromingsrisico’s. Daarbij is Rijkswaterstaat Zee en Delta de functioneel beheerder van de Noordzee.

In het Interdepartementale Directeuren Overleg Noordzee (IDON) stemmen de ministeries zowel op strategisch beleidsniveau als op hoofdlijnen van de uitvoering de KRM-producten af binnen de bredere context van het integrale Noordzeebeleid en – waar nodig – ook met specifieke aanpalende beleidsterreinen.