GPS analyse grote stern (niet-broedseizoen)

Op deze pagina vindt u een samenvatting van het onderzoek met uitleg over hoe de resultaten gebruikt worden. U kunt ook direct doorklikken naar het rapport:

ZV.7b1 Avoidance of offshore wind farms by Sandwich Terns (pdf, 5.9 MB)

Voor de verbetering van aanvaringsberekeningen van vogels met windparken op zee zijn veldgegevens nodig zoals soortspecifieke vliegsnelheden en uitwijkpercentages. De huidige beschikbare veldgegevens zijn voor de grote stern voornamelijk verzameld tijdens de broedperiode. Omdat niet uit te sluiten viel dat deze veldgegevens significante verschillen vertonen tijdens de maanden dat de vogels niet aan het broeden zijn, heeft Wozep hier onderzoek naar gedaan. Eerder verzamelde GPS-gegevens zijn daarvoor geanalyseerd en vergeleken met de parameters uit het broedseizoen.

Aanleiding van het onderzoek

Eerder onderzoek met GPS-tracking heeft geleid tot de bepaling van een macro-uitwijkpercentage voor windparken tijdens het broedseizoen van de grote stern. In die broedperiode, juni-juli, gedragen de vogels zich als zogenoemde ‘central place foragers’; ze keren elke keer terug naar de broedkolonie. Buiten de broedperiode laten grote sterns veel vliegbewegingen zien tussen de verschillende kolonies. Ze kunnen daardoor in aanraking komen met offshore windparken, die zich in de broedperiode buiten hun vliegbereik bevinden.

De GPS-loggers die in eerder onderzoek - van 2019 t/m 2021 - zijn gebruikt hebben niet alleen gegevens verzameld tijdens het broedseizoen. De zenders hebben gedurende een langere periode gefunctioneerd en hebben daarmee ook gegevens verzameld voor de periode waarin de broedparen met de jongen de kolonie verlaten, voor de migratieperiode en voor de aankomstperiode in het jaar erna.

Het is niet uit te sluiten dat met een veranderd gedrag ten opzichte van het broedseizoen, ook de eerder bepaalde parameters significant veranderen. Het onderzoek richt zich op de analyse van de GPS-gegevens die zijn verzameld buiten de broedperiode om zo de macro-uitwijkpercentage en vliegsnelheden in deze periode te bepalen. Deze parameters zijn vervolgens vergeleken met de waarden tijdens het broedseizoen.

Resultaten van het onderzoek

De analyse bevestigt dat grote sterns veel vliegbewegingen langs de Nederlandse kust maken in de periode voor en tijdens het broedseizoen. In de periode voorafgaand aan het broedseizoen, april-mei, zijn individuen vooral aanwezig langs de Belgische en Nederlandse westkust en zijn de vliegbewegingen vergelijkbaar met die ín het broedseizoen. Wel blijkt dat er in die periode buiten het broedseizoen meer vliegbewegingen óók buiten de 25 km plaatsvinden.

Vliegsnelheid buiten het broedseizoen wordt gekwantificeerd met een gemiddelde van 33 km/u, wat overeenkomt met vliegsnelheden die in eerdere studies voor de soort zijn gerapporteerd.

Macro-uitwijkingspercentages blijken slechts licht en niet-significant te verschillen tussen de periode voor het broedseizoen, het broedseizoen en de periode na het broedseizoen. Er zijn slechts lichte aanwijzingen dat het uitwijkpercentage in de maanden april-mei wat hoger uitvalt.

Omdat grote sterns zich in de maanden april-mei vaker 25 km of meer buiten de kust bevinden en de schattingen van het uitwijkpercentage in deze periode ook iets hoger lijken te liggen, lijkt de soort in deze periode vooral gevoelig voor uitwijking van windparken. Daartegenover staat dat de aanvaringskans in deze periode dus mogelijk ook iets wordt verkleind omdat ze minder in de buurt van parken te vinden zijn.

Gebruik en vervolg

Het rapport biedt verbeterde inzichten in het gedrag van grote sterns in de periode buiten het broedseizoen. Ook geeft het meer inzicht in verschillen in gedrag tussen broedseizoen en niet-broedseizoen. Concreet leidt dit voor de grote stern tot een verbeterde inschatting van het macro-uitwijkingspercentage (de foutmarge is verkleind) en tot de conclusie dat de verschillen tussen de seizoenen niet significant zijn. Op dit moment behoeven daarom geen veranderingen doorgevoerd te worden in de methodiek om onderscheid te maken tussen buiten en binnen broedseizoen.  De nieuwe kennis wordt gebruikt om realistischere modelberekeningen te doen van aanvaringslachtoffers in het KEC en de MER bij een kavelbesluit. Deze modelberekeningen worden gebruikt omdat er op dit moment nog onvoldoende data beschikbaar zijn over daadwerkelijke aanvaringen. Aanvullend hierop is Wozep bezig met het daadwerkelijk meten van aanvaringen, waarbij ook internationaal wordt samengewerkt.

Rapport: ZV.7b1 Avoidance of offshore wind farms by Sandwich Terns (pdf, 5.9 MB)