Sociaal-economische analyses 2015

In 2015 zijn er een aantal specifieke maatschappelijke kosten-batenanalyses (MKBA) opgesteld ten behoeve van het KRM maatregelenpakket. Zo is er een MKBA onderwatergeluid opgesteld door Royal Haskoning/DHV en een MKBA over de effecten van bodembescherming op het Friese Front en Centrale Oestergronden door LEI/IMARES. Beide studies worden hieronder nader toegelicht.

Waarom een MKBA bodembescherming Friese Front en Centrale Oestergronden?

Het Rijk heeft de ambitie om 10 à 15 procent van het Nederlandse deel van de Noordzee te vrijwaren van bodemberoering. Om deze ambitie te realiseren heeft het Rijk de gebieden het Friese Front en de Centrale Oestergronden in de Mariene Strategie Deel 1 (2012) aangemerkt als zoekgebieden voor ruimtelijke beschermingsmaatregelen.

De Kaderrichtlijn Mariene Strategie verplicht lidstaten om een economische onderbouwing van het programma van maatregelen uit te voeren. Hieraan is invulling gegeven door het LEI/IMARES te vragen om een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) uit te voeren naar de effecten van bodembescherming in het Friese Front en Centrale Oestergronden.

Het LEI/IMARES heeft voor een zestal varianten de kosten en baten van het sluiten van bepaalde gebieden in het Friese Front en Centrale Oestergronden inzichtelijk proberen te maken. Dit is onder andere gedaan door het toepassen van de natuurpuntenmethode, en door gebruik te maken van beleids-, economische en innovatiescenario’s (PEI-scenario’s) en verplaatsingsscenario’s.

Resultaten

Het rapport ‘Effects of Seabed Protection on the Frisian Front and Central Oystergrounds – A Cost Benefit Analysis’ (pdf, 6.3 MB) bevat een overzicht van alle relevante kosten en baten voor een zestal varianten die in deze studie zijn onderzocht.

De natuurpuntenmethode is toegepast om de ecologische baten van sluiting van bepaalde gebieden te beoordelen.  De natuurpunten zijn gebaseerd op de huidige status van het benthische ecosysteem. De natuurpunten zijn gebaseerd op de huidige status van het benthische ecosysteem en bestaan uit het product van gebiedsgrootte, kwaliteitsindicatoren en weegfactoren.

De economische effecten van het sluiten van bepaalde gebieden op het Friese Front en Centrale Oestergronden op de Nederlandse visserij zijn geraamd met behulp van vier beleids-, economische en innovatiescenario’s (PEI-scenario’s) en drie verplaatsingsscenario’s. De scenario’s resulteren in een brede bandbreedte van kosten met substantiële overlap tussen de diverse varianten. Het totale belang van de gebieden voor buitenlands vloten is vergelijkbaar met/groter dan dat voor de Nederlandse vloot.

Daarnaast is er in dit onderzoek rekening gehouden met sociale effecten en de kosten voor monitoring en handhaving. De effecten van sluiting van bepaalde gebieden op de visserijgemeenschappen kunnen niet worden toegeschreven aan een van de varianten (niet onderscheidend). Het onderscheid in kosten voor monitoring en handhaving tussen de varianten is beperkt omdat de onzekerheid in de kosten hoog is.

Hoewel het huidige onderzoek een overzicht biedt van de kosten en baten van de verschillende varianten voor het beschermen van de zeebodem, biedt het onderzoek geen eenduidig antwoord op de vraag wat de optimale managementkeuze is. Het rapport vormt wel een goede basis om te komen tot een voorkeursvariant.

Underwater Noise: Social Cost Benefit Analysis (RoyalHaskoning/DHV) (pdf, 2.1 MB)

Op de Noordzee produceren diverse menselijke activiteiten  onderwatergeluid,  met grote variatie in frequentie-karakteristiek en luidheid. Zo verhoogt bijvoorbeeld scheepvaart het natuurlijke achtergrondgeluid  met continue ruis. Bouwactiviteiten (voor olie- en gasplatforms en windenergieparken), seismisch onderzoek (ten behoeve van de winning van olie en gas), en het ruimen van historische explosieven produceren zeer harde puls-geluiden met specifieke frequentie-karakteristieken.