Internationale overlegfora

Goed beheer van de Noordzee en het reguleren van gebruiksfuncties is ondenkbaar zonder overleg met de andere Noordzeekuststaten, Europese partners en zeevarende naties wereldwijd. Aan beleid en de daaraan verbonden wet- en regelgeving gaat veel overleg vooraf. Ligt beleid eenmaal vast, dan is overleg nodig bij de vertaling naar uitvoering, handhaving en evaluatie.

Zo hebben in het verleden de Noordzeeministersconferenties politiek richting gegeven aan het internationale Noordzeebeleid. Vooral OSPAR en de IMO maken de gemaakte afspraken concreet. Ook in Europees verband krijgt de Noordzee volop aandacht. Na jaren van overleg heeft de Europese Commissie de Kaderrichtlijn Mariene strategie vastgesteld. Aan de uitvoering ervan wordt nu gewerkt. De verplichtende werking hiervan maakt de noodzaak tot ministersconferenties minder dringend.

OSPAR

Het OSPAR-verdrag ter bescherming het mariene milieu van de Noordoost-Atlantische Oceaan (OSPAR, 1992) is in 1998 in werking getreden. Het betreft een samengaan van het Verdrag van Oslo (1992) tegen verontreiniging op zee vanaf vaartuigen (lozing, dumping) en het Verdrag van Parijs (1994) tegen verontreiniging van de zee vanuit bronnen op het land.
Betrokkenheid: ministerie van Infrastructuur en Milieu en ministerie van Economische Zaken.

IMO

De International Maritime Organization is de gespecialiseerde VN-organisatie die internationale verdragen voor de zeescheepvaart opstelt. Het Marine Environment Protection Committee (MEPC) houdt zich bezig met de relatie tussen scheepvaart en milieu (vaststellen van verdragen als MARPOL en AFS en over ballastwater).
Betrokkenheid: ministerie van Infrastructuur en Milieu, DG Bereikbaarheid.

London Conventie

De Londen Conventie (1972) reguleert het dumpen van afval in zee met als doel het voorkomen van verontreiniging van het mariene milieu. Het Aanvullend Protocol uit 1996 is sinds 24 maart 2006 van kracht.
Betrokkenheid: ministerie van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat Zee en Delta.

Overeenkomst van Bonn

Deze internationale overeenkomst tussen de Noordzeekuststaten en de EU heeft als doel:
samenwerking en wederzijdse assistentie bij het aanpakken van verontreiniging en het uitvoeren van surveillances om verontreiniging te signaleren en te bestrijden en om overtredingen te voorkomen (preventie). Betrokkenheid: ministerie van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat Zee en Delta.

ICES

De International Council for the Exploration of the Sea is een marien samenwerkingsverband van negentien landen rond de Noord-Atlantische Oceaan en de daaraan liggende zeeën. Doel: uitwisseling van wetenschappelijke informatie en advisering aan regeringen en aan commissies van de EU, HELCOM en OSPAR.
Betrokkenheid: ministerie van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat WVL.

SEANET/NOOS

In dit deels door de EU gesubsidieerd netwerk vindt uitwisseling plaats van hydrografische informatie op Noordwest-Europees niveau. Doel: afstemming van meetsystemen, modellen en strategieën (boeien/satellieten).
Betrokkenheid: ministerie van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat Zee en Delta.

CEDA

Europese (netwerk)bijeenkomsten over bagger- en onderhoudswerken (aanbestedingen, onderhoudswerken, baggerstrategieën).
Betrokkenheid: ministerie van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat Zee en Delta.

IALA

De International Association of Marine Aids to Navigation and Lighthouse Authorities zetelt in Parijs. Hier worden afspraken gemaakt voor de normering rondom vaarwegmarkering. Betrokkenheid: ministerie van Infrastructuur en Milieu, DG Bereikbaarheid en Rijkswaterstaat Zee en Delta.

PIANC

International Navigation Association. Netwerkorganisatie voor kennisuitwisseling vaarwegonderhoud en baggeren.
Betrokkenheid: ministerie van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat Zee en Delta.

MCMP

(EU) Management Committee for Marine Pollution.
Betrokkenheid: ministerie van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat Zee en Delta.

EMSA

De European Maritime Safety Administration bevordert de veiligheid door afstemming en het maken van afspraken over het vergroten van de oliebestrijdingscapaciteit in Europa.
Betrokkenheid: ministerie van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat Zee en Delta.