KEC 5.0 van start

Om de cumulatieve effecten van windparken op zee in de komende jaren beter te kunnen doorrekenen op basis van nieuw ontwikkelde kennis, is het Kader Ecologie en Cumulatie (KEC) steeds in ontwikkeling. Dit jaar verschijnt versie 5.0, waarmee een cumulatieve beoordeling gedaan wordt op de effecten van de Aanvullende Routekaart 2030/2031 op een aantal vogelsoorten, zeezoogdiersoorten, vleermuizen, ecosysteemeffecten en KRM-descriptoren. Met de doorrekening kan worden bepaald of de toekomstige uitrol van de Aanvullende Routekaart binnen de ecologische grenzen blijft en waar er eventuele aanvullende mitigatie of onderzoek nodig is.

De vorige versie van KEC, versie 4.0, is in 2021/2022 opgesteld en gebruikt in het PlanMER voor het programma Noordzee 2022-2027 waarin een doorrekening gedaan is op basis van de kennis van dat moment voor drie varianten. Daarna, in 2022, heeft het toenmalige kabinet onder meer vanuit klimaat- en geopolitieke overwegingen besloten om de ambitie voor windenergie op zee te verdubbelen naar 21 gigawatt in 2031. De cumulatieve effecten van die versnelling zijn nog niet doorberekend.

Wozep en anderen hebben ondertussen veel nieuwe data verzameld en kennis ontwikkeld. Die kennis wordt, indien relevant, verwerkt in het berekeningsinstrumentarium (ook wel ‘de modellentrein’ genoemd) van de nieuwe versie van KEC, KEC 5.0. Dit wordt kwantitatief gedaan waar dit kan en anders wordt het kwalitatief beschreven.

Vogels:

  • Dichtheidskaarten nieuwe stijl: hierbij worden dichtheidsdata gecombineerd met modelleringen. Er ontstaat dan een beter beeld van de dichtheden, waardoor de telinspanningen (hoe vaak er op een bepaalde plek wordt geteld) en de effecten van bepaalde activiteiten (bijvoorbeeld hoge aantallen meeuwen achter vissersschepen) minder effect hebben op de dichtheidskaarten.
  • Nieuwe methodiek habitatverlies: er is een simpel habitatverliesmodel gemaakt, HALOMAR, om de effecten van habitatverlies te berekenen; een verbetering ten opzichte van de eerdere gebruikte Bradburrymethode.
  • Voor vogels worden de effecten op de populaties van aanvaringen en habitatverlies berekend, en wordt er apart aandacht besteed aan een aantal trekvogelsoorten.

Zeezoogdieren:

  • De effecten van funderen (heien en trillen) op de populaties van zeezoogdieren worden berekend.
  • UXO’s: voordat een windpark wordt gebouwd moet de bodem zonder UXO’s zijn. UXO’s worden daarom geruimd; de effecten van deze ontploffingen op de zeezoogdieren worden meegenomen in de effectbeschrijving.
  • Tijdens de operationele fase is er onderwatergeluid door het draaien van de turbines en door de onderhoudsschepen in de parken. De effecten van dit operationeel geluid worden in de effectbeschrijving meegenomen.
  • Het model iPCOD, een model voor het beoordelen en kwantificeren van de mogelijke gevolgen voor zeezoogdierpopulaties van windenergie op zee, wordt verbeterd: er wordt dichtheidsafhankelijkheid en energetica toegevoegd. Hiermee verkrijgen we een meer realistisch beeld van de effecten op de populaties zeezoogdieren.
  • Het scenario voor de geofysische surveys, die voorafgaand aan de bouw van een park worden uitgevoerd, worden geüpdatet.

Vleermuizen:

  • Methodiekontwikkeling/redeneerlijn ter verbetering van de inschatting van het aantal slachtoffers en de impact op de populatie.

Ecosysteemeffecten:

  • Met modellen wordt berekend wat de mogelijke veranderingen in stratificatie, hydrodynamica, fijn sediment, primaire productie en algenbloei kunnen zijn.

KRM-indicatoren i.r.t. windenergie op zee:

  • Voor de 11 descriptoren en de onderliggende criteria worden de relevante criteria beschouwd, in relatie tot het scenario van de Aanvullende Routekaart 2030/2031.

Daarnaast worden de nieuwste inzichten over typen windturbines en locaties van de (internationale) windparken in het nieuwe KEC verwerkt.

Met het oog op de continuïteit, transparantie en reproduceerbaarheid is ervoor gekozen om dit KEC en een volgend KEC via een meerjarige opdracht uit te besteden. Hierin is ruim aandacht voor archivering en versiebeheer van alle gebruikte data, modellen en scripts. Ook wordt er jaarlijks een actueel overzicht gegeven van de voor KEC relevante kennis en wordt waar nodig doorontwikkeling van relevante modellen en parameters uitgevoerd. Op deze manier wil Wozep de kwaliteit en vergelijkbaarheid van impactberekeningen bewaken en faciliteren.