Impressie Noordzeedagen 2021

Op 8 en 9 oktober 2021 kwamen 220 wetenschappers, ondernemers, beleidsmakers en ngo’s in Delft samen voor de Noordzeedagen. Het thema was ‘de Noordzee: Kostbaar en Kwetsbaar’. Dit jaar was Deltares gastheer.

Gathering of the ‘North Sea Tribes’

Ontmoetingen tijdens de NoordzeedagenDe Noordzeedagen zijn al jaren een begrip in de Nederlandse Noordzee-community. Het evenement, dat al voor de 24e keer wordt georganiseerd, is een initiatief van Wageningen Marine Research, Deltares, Rijkswaterstaat, het NIOZ en de Community of Practice Noordzee.

Na ruim anderhalf jaar digitaal werken (covid-19) leek de bijeenkomst in Delft vooral een reünie, een ‘gathering of the North Sea Tribes’. Een illustratieve uitspraak van een deelnemer: “Dit soort dagen transformeren dilemma’s tot gesprekken, en organisaties weer tot mensen.”

Nog een ontboezeming: “De Noordzeedagen waren weer als vanouds. Gelukkig maar, want op zo’n event wordt maar weer eens duidelijk dat elkaar live kunnen spreken echt een verrijking is. En dan komt daar natuurlijk nog bij dat je weer ‘toevallige’ ontmoetingen hebt. Die zijn minstens zo belangrijk als de inhoud van de sessies.”

De werksessies werden drukbezocht. Er werd gesproken over thema’s als een duurzame blauwe economie, ruimtelijke ordening op zee, draagkracht, natuurherstel en ‘informatie uitdagingen’. Maar het was toch vooral het lied van de Noordzee, vertolkt door cabaretgroep MIER, dat bij veel mensen is blijven hangen. Het refrein:

Geef de Noordzee een kans,
een nieuwe balans;
Vis, wind en zand,
gaan samen hand in hand.’

Welkom

Namens Deltares heette organisator Sharon Tatman (coördinator team Noordzee en Expert Adviseur) alle deelnemers welkom. “In de afgelopen jaren is er tijdens de Noordzeedagen steeds gesproken over de balans tussen mogelijkheden en kwetsbaarheden van de Noordzee. Denk aan de Noordzeedagen op Texel (2018), georganiseerd door NIOZ, en op Fort IJmuiden (2019), georganiseerd door Rijkswaterstaat.

Het thema is nog steeds actueel. Om de balans te vinden is er kennis en dus kennisontwikkeling nodig. Tijdens deze Noordzeedagen 2021 gaan we samen op zoek naar antwoorden op de vraag welke kennis er voor de komende jaren nodig is.”

Plenaire opening

Deltares-directeur Annemieke Nijhof opende de Noordzeetweedaagse met een gedicht van Toon Hermans, en pakte daarna gelijk door met een speech die was opgebouwd rond een belangrijke centrale vraag: Hoe houden we de Noordzee duurzaam, veilig, en veerkrachtig?

praatplaat de Noordzee

“Er zijn plannen voor grootschalige zandwinning en -suppletie om de versnelde zeespiegelstijging het hoofd te kunnen bieden. Daar moet meer aandacht voor komen, ook in het onderzoek. Er zijn ook plannen voor de aanleg van megagrote windparken en eilanden voor de kust en voor grootschalige voedselproductie op zee. Dan zijn er nog die autonome veranderingen van het natuurlijke systeem - zoals versnelde opwarming en verzuring van het zeewater. De vraag die opkomt is: wat gaan al die grootschalige ingrepen betekenen voor de Noordzeenatuur?”

Maar ja, welke kennis is er dan precies nodig om het beleid te kunnen adviseren over ongekend grote ingrepen in het Noordzeesysteem? Hoe kun je de effecten van nieuwe bedrijvigheid op zee voorspellen voor een ecologisch systeem dat zelf ook uiterst complex en grillig is?

Fundamentele kennisontwikkeling ten behoeve van een dynamisch beleidsproces is geen ‘mission impossible’, zei Annemieke Nijhof. “Tenminste, als wetenschappelijke kennisontwikkeling strak wordt geregisseerd, integraal wordt opgezet en met de nieuwste technieken wordt uitgevoerd.”

Plenaire sessie: Governance van de Noordzee

Minister van Staat Sybilla Dekker, die sinds 1 januari 2021 voorzitter is van het Noordzeeoverleg, sprak in Delft over de governance van de Noordzee. Het Noordzeeoverleg adviseert het Rijk de komende 10 jaar over de uitvoering van het Noordzeeakkoord. Daarbij gaat het om afspraken over energie, voedsel en natuur.

“Het Noordzeeakkoord is niet niks. Wat me boeit is dat iedereen bereid is geweest om tot zo’n akkoord te komen. Betrokken partijen hebben hun eigen thema’s goed naar voren weten te brengen en tegelijkertijd hebben ze geluisterd naar de inbreng van anderen. Daarvoor moet je over je eigen schaduw heen kunnen springen. De kunst is nu om de gemaakte afspraken in het Noordzeeakkoord op basis van consensus tot uitvoering te krijgen. Daartoe werken we nu aan een uitvoeringsplan dat loopt tot 2030.”

Plenaire sessie: Monitoring-Onderzoek-Natuurversterking- Soortenbescherming (MONS)

Jacob Asjes, Manager Integration bij Wageningen Marine Research, presenteerde het MONS-programma dat op 8 september 2021 door het Noordzeeoverleg is vastgesteld. MONS gaat om extra onderzoek naar de effecten van de drie transities -energie-voedsel en natuur- op de Noordzee als systeem. De ministeries van IenW, LNV en EZK stellen daarvoor de komende tien jaar 55 miljoen euro beschikbaar.

“Partijen in het Noordzeeoverleg vragen om onderzoek naar de ecologische draagkracht van het Noordzeesysteem, en naar de effecten van verschillende gebruiksclaims op het systeem. Om antwoord te geven op die vragen wordt er aanvullend wetenschappelijk onderzoek gestart, bovenop al bestaande wetenschappelijke studies.

Dit extra onderzoek bestaat uit vier pijlers: Monitoring-Onderzoek-Natuurversterking-Soortenbescherming, afgekort als het MONS-programma. Het gebeurt weliswaar op initiatief van het Noordzeeoverleg maar er zijn heel veel verschillende partijen bij betrokken.”

Plenaire sessie: NGO Stichting de Noordzee

Albert Jaap van Santbrink is sinds kort directeur is van Stichting De Noordzee waar hij Floris van Hest opvolgt. Hij sloot de plenaire sessies af met een visie op ‘governance gedurende de transities’. “Allemaal willen we wat van de Noordzee. Scheepvaart, visserij, energievoorziening, natuurbescherming en daarmee komen de grenzen van de ecologische draagkracht in het geding. Het is daarom bittere noodzaak om mensen en organisaties te verbinden, en door dialoog, onderzoek, afstemming en naleving van afspraken samen te werken aan een schone en gezonde Noordzee. In Nederland en internationaal. Voor ons en voor toekomstige generaties.”

Thematische werksessies

Na het plenaire gedeelte waren er in Delft inhoudelijke werksessies georganiseerd met een ‘open inloopkarakter’. Het ging over de volgende thema’s:

  • Natuurherstel: ‘Mens en Noordzee, een historisch perspectief’, door NIOZ & Bureau Waardenburg;
  • Ruimtelijke ordening: ‘Programma Noordzee’, door het ministerie IenW; en ‘MOSWOZ- Monitoring en Onderzoeksprogramma Scheepvaartveiligheid Wind op Zee’, door Rijkswaterstaat;
  • Draagkracht en visserij: ’Hoe beïnvloedt de visserij de draagkracht van het Noordzeesysteem’, door WMR en NL Vissersbond;
  • Duurzame blauwe economie: ‘Wat is het en hoe werken we daaraan’, door Deltares, RVO, LNV, RWS; en ‘Zijn er grenzen aan de Blauwe Groei?’ door WMR en VisNL;
  • Data-ontsluiting: ‘Informatie is van iedereen’, door het Informatiehuis Marien;
  • Draagkracht en natuurherstel: ‘Routes naar Noordzeenatuur en effecten op draagkracht’, door Deltares & Stichting de Noordzee;
  • ‘(Inter)nationale samenwerking rond de Noordzee’, door WMCN-Kust & Offshore Expertise Centrum.

In de wandelgangen

Op weg van de ene naar de andere werksessie deelden enkele deelnemers hun persoonlijke indruk:

Bouke Ottow, Deltares: “Wat mij is opviel tijdens de sessies is dat er steeds meer nieuwe vragen ontstonden. Wat betekent dit alles nou voor het onderzoeksprogramma van de komende jaren en de financiering daarvan? Gaan we echt inzetten op meer onderzoek naar zand? Gaan we nu echt eindelijk die natuurgebieden aanwijzen waar al 100 jaar over gepraat wordt, en die er nog steeds niet zijn? En schakelen we nu echt over naar makreel in plaats van het vetmesten van de tonijn?”

Tom Kompier, ministerie IenW: “Er was een interessant gesprek met de natuur-ngo’s over de spanning tussen ruimtelijke ordening en de ecologische doelen voor de Noordzee. Het is duidelijk dat dit thema niet alleen in Nederland speelt, maar ook in onze buurlanden, inclusief het VK. Dan is internationale samenwerking logisch. De natuur-ngo’s kunnen, vanuit hun rol, een belangrijke bijdrage leveren aan het tot stand brengen van die samenwerking. Het zou iedereen helpen wanneer we op internationaal gebied gezamenlijk kunnen optrekken om toekomstige knelpunten het hoofd te kunnen bieden en te adresseren.”

Nathalie Scheidegger, ministerie LNV en CoP Noordzee: “Zelf heb ik meegedaan aan de sessie over de vraag wat een duurzame blauwe economie eigenlijk is. In de komende periode wordt het belangrijk om daarvoor thema’s te identificeren, en om die vervolgens samen op te pakken met alle betrokken partijen. Daarbij werken we samen met DG Mare en andere EU-landen.”

“Ook de werksessie met het thema informatievoorziening sprak me aan. Door informatiestromen te bundelen kunnen we beter ‘zichtbaar’ maken hoe we bezig zijn om de opgaven op de Noordzee uit te voeren. De CoP NZ werkt daarom aan een storymap over de Duurzame Blauwe Economie (www.copnoordzee.nl). Samen met Serge Rotteveel van het Informatiehuis Marien en Steven Abdoelkhan van het Offshore Expertisecentrum van RWS gaan we bekijken hoe we de kennis en informatie kunnen samenbrengen.”

Nico Buijtendijk, RVO en CoP Noordzee: “Belangrijk was om te horen dat we serieus aan de slag willen gaan met een voedselambitie op de Noordzee. Dit geeft de kans om voedsel als samenhangend onderwerp op te pakken en duidelijk te krijgen waar het perspectief zit voor vissers en andere (potentiële) voedselproducenten.”

Aanvullend: “Voor mij stond de sessie over de grenzen van de blauwe groei op het programma. Jaap van der Meer (WMR) en Sarah Verroen (VisNed) namen ons mee in hun ideeën over deze grenzen. De beelden die daarover werden geschetst kwamen vanuit het perspectief van het ecosysteem. Jaap van der Meer wees met name op kansen vanuit ‘laagtrofisch’ voedsel. Sarah Verroen schetste het perspectief vanuit de visserij en de waarde die de visserij heeft, bijvoorbeeld voor voedselkwaliteit of sociaaleconomisch gezien. Voor mij staat in ieder geval boven water dat we moeten kijken naar de cumulatieve impact van alle blauwe activiteiten. We moeten dus niet alleen nieuwe activiteiten (afzonderlijk) beoordelen, maar nadrukkelijk ook de impact van bestaande blauwe activiteiten meenemen. Dat is wat mij betreft de kern van een duurzame blauwe economie.”

Ricardo van Dijk, Rijkswaterstaat: “Wat mij opviel was de discussie over nieuwe natuur in windparken. Daarover werden vragen gesteld: is die nieuwe natuur die zich vasthecht op kunstmatige objecten nou wel de natuur die we in de zandige Noordzee willen hebben? Is het vergroten van soortenrijkdom dan winst of niet. Daar kun je op verschillende manieren naar kijken.”

“Interessant was ook het gesprek over het zoeken naar experimenteerruimte voor medegebruik van windparken. Er werd gewezen op het ‘oude’ windpark Egmond aan Zee, dat rond 2027 aan het eind van zijn levensduur zal zijn. Het park wordt dan ontmanteld. Het zou mooi zijn als je na de ontmanteling, als het park niet meer in bedrijf is, onderzoek doet naar de funderingen, bijvoorbeeld naar de aangroei van benthos, zoals ter sprake kwam in een van de sessies.”

Amerik Schuitemaker, Nederlandse Vissersbond: “Tijdens de sessies was het niet zozeer de vraag of er meer ruimte voor windenergie op de Noordzee komt, maar waar de grenzen van de ontwikkeling van windenergie op de Noordzee liggen. De visie dat windenergie prioriteit heeft voor de ruimtelijke inrichting van de Noordzee, wordt breed gedragen door veel partijen.

De kottervisserij wordt door de visie hard geraakt, omdat veel visgronden plaats moeten maken voor windmolenparken. Als visserijsector moeten we zoeken naar manieren hoe om te gaan met deze realiteit. Dat wil overigens niet zeggen dat de kottervisserij zich erbij moet neerleggen. Dat doen we ook niet, maar het is juist in deze tijd ontzettend van belang dat de visserijsector betrokken blijft bij de ontwikkelingen rondom windenergie op de Noordzee, het gesprek erover blijft aangaan en vooral ook van zich laat horen door het indienen van zienswijzen. Het belang van gezond voedsel uit zee moet in een goede balans zijn met de natuur, windenergie en andere activiteiten. Ook zou de kottervisserij actief moeten nadenken hoe zij zich kan aanpassen aan de veranderingen op de Noordzee en welke kansen deze veranderingen wellicht bieden.”

Pim van Avesaath, Rijkswaterstaat: “Tijdens de Noordzeedagen was er gelukkig veel aandacht voor het thema informatievoorziening en het belang van het delen van data. Vroeger gingen veel eigenaren als het ware boven de data zitten. Beschermend, broedend op een plan om deze data nog een keer te kunnen slijten als wetenschappelijk of economisch product. Nu wordt de waarde van het delen van data beter ingezien.

Tijdens de sessies van het Offshore Expertise Centrum en het Informatiehuis Marien over informatievoorziening, werd ook duidelijk dat we moeten investeren in een infrastructuur voor de ‘Digitale Noordzee’. Met de ontmanteling van olieplatforms verliezen we namelijk ook zendmasten voor mobiel internet en sensoren voor allerlei metingen op zee. Dat kunnen we ons niet permitteren. Er werd daarom gepleit voor pragmatisch gebruik van windmolenparken aangevuld met infrastructuur voor informatievoorziening.”

Afsluiting en vervolg

Na een plenaire paneldiscussie werd de Noordzeetweedaagse afgesloten met de bekendmaking van het vervolg. Op 6 en 7 oktober 2022 zal Wageningen Marine Research de organisatie van de Noordzeedagen op zich nemen. Het overkoepelende thema wordt op een later moment bekend gemaakt.