Eerste 2.0 windparken bij Borssele operationeel

Begin 2021 werd een belangrijke mijlpaal bereikt. De drie windparken in windenergiegebied Borssele, waaronder een innovatiekavel, zijn operationeel! In één klap is Nederland 1500MW aan geïnstalleerd vermogen rijker. Daarmee is een einde gekomen aan de in 2014 gestarte voorbereidings- en bouwfase van deze nieuwe generatie parken. Maar dat houdt niet in dat het werk voor Rijkswaterstaat klaar is: nu start de dertig jaar durende beheerfase.

“We hadden natuurlijk al windparken op de Noordzee, maar de parken in windenergiegebied Borssele zijn echt van een andere orde: de parken en de turbines zijn veel groter en er is een ander proces gevolgd bij de totstandkoming van de parken. En dit is nog maar de start, er zullen op basis van de routekaart windenergie op zee tot 2030 nog veel meer van deze ‘2.0 parken’ volgen.” Aan het woord zijn Bram du Saar en Kristien Bijpost, die gezamenlijk het programmamanagement voor windenergie op zee bij Rijkswaterstaat invulling geven. “Laat het duidelijk zijn: wij voeren hier toevallig het woord, maar praten over het werk van een creatief en veelzijdig team van ca. 35 personen. Ecologen, juristen, scheepvaartdeskundigen … samen lukt het ons steeds weer om een antwoord te vinden of een oplossing te bedenken. Ook buiten werktijd en ook in coronatijd. Dit is teamwork 3.0.”

Rijkswaterstaat als toezichthouder

Du Saar: “Rijkswaterstaat houdt – in samenwerking met Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) – toezicht op de voorbereidingsfase, de bouwfase en de productiefase van de windparken. Het werk van ons team Toezicht en Handhaving varieert per fase en gebeurt vaak van achter een bureau, maar soms ook op zee. In de voorbereidingsfase zijn we vooral bezig met het beoordelen van de werkplannen die de windparkontwikkelaars moeten opstellen. Zij geven daarin aan hoe zij omgaan met gestelde eisen aan onder andere de bouw, de verlichting van turbines, de veiligheid en de bescherming van de ecologie.”

Beter bellen blazen

“Tijdens de bouw controleren we of er volgens de voorschriften wordt gewerkt. Dat geldt bijvoorbeeld voor het uitvoeren van onderwatergeluidsmetingen. De gigantische heihamers maken veel herrie. Om te voorkomen dat de fauna te veel wordt verstoord gelden er geluidsnormen onder water. De windparkontwikkelaars moeten zelf geluidniveaus meten en de resultaten aan ons doorgeven. Daarnaast hebben we zelf ook steekproefsgewijs metingen uitgevoerd. Daaruit bleek dat de normen gerespecteerd worden en dat onze metingen goed overeenkwamen met de metingen van de windparkontwikkelaars. Maar we hebben het heien ook een keer stilgelegd, toen bleek dat de normen overschreden werden. Een scherm van luchtbellen rond de heiplaats moet het geluid van het heien dempen tot aanvaardbaar niveau, maar het bellenscherm bleek niet goed gesloten te zijn doordat zand de ringleiding deels bedekt had. Na overleg met de windparkbouwer was het probleem al snel opgelost en konden de werkzaamheden een paar dagen later verder gaan.
Om dit soort technische problemen te voorkomen wordt er nu een betere procedure voor aanvang van het heien gehanteerd. Dit is een mooi voorbeeld van het lerend vermogen binnen de sector en binnen Rijkswaterstaat. En dat kan alleen als het contact met de windparkontwikkelaars goed is en we elkaars positie respecteren.“

Nieuwe focus

Bijpost vervolgt: “Nu de bouwwerkzaamheden voor Borssele afgerond zijn, verandert het werk van Rijkswaterstaat voor een deel. Meer dan voorheen gaat het om beheer en handhaving. We controleren bijvoorbeeld of de nautische verlichting goed werkt en of de onderhoudsplannen worden nageleefd.
Ook zijn we in de exploitatiefase verantwoordelijk voor het verlenen van vergunningen voor medegebruikers (zie kader, red.) en voor de handhaving van dit medegebruik. Heeft een schip dat in een windpark vaart bijvoorbeeld een vergunning en is de veiligheid gegarandeerd? Onder andere voor dit doel is er bij de kustwacht een nieuwe desk voor windenergie op zee ingesteld, met zeven nieuwe medewerkers. Om schepen te spotten maken zij gebruik van sensoren in de windparken. Een grote én innovatieve klus voor onze collega’s van directie Centrale informatie Voorziening: de sensoren moeten niet alleen geplaatst worden, maar de data moeten ook verzonden en ontsloten worden. En dat is niet vanzelfsprekend als je bedenkt dat er op zee geen dekkend wifi of G-netwerk is en je er ook niet zo even naar toe vaart mochten er problemen zijn.
Verder merk ik dat onze communicatie in deze fase verandert. Waar we eerst vooral gericht waren op stakeholders, belangenorganisaties en kustbewoners, om beleidskeuzes uit te leggen, ligt onze focus nu vooral op het brede publiek. Soms zal de verlichting van de parken – die tot 10% kan worden gedimd – bijvoorbeeld aan moeten, vanwege oefeningen of onderhoud. Strandbezoekers willen graag weten wat er aan de hand is, als zij een ‘disco op zee zien’. Dat moeten we goed uitleggen, want dat zorgt voor begrip.”

Medegebruik van windparken
Windenergiegebied BorsseleIn de Beleidsnota Noordzee 2016-2021 is besloten om bestaande en toekomstige windparken open te stellen voor kleine scheepvaart en medegebruik. Zo wordt de ruimte op zee zo efficiënt mogelijk gebruikt.
Om veilig door de parken te varen en niets te beschadigen zijn strikte regels opgesteld over onder meer de tijden van toegankelijkheid, de afstand tot turbinepalen etc. De parken Luchterduinen, Prinses Amalia Windparken en Offshore Windpark Egmond aan Zee zijn doorvaarbaar voor schepen met een lengte tot 24 meter. In het windenergiegebied Borssele kunnen schepen die geen gevaarlijke lading vervoeren en korter zijn dan 45 meter gebruik maken van de Windfarm Borssele Pass om het windenergiegebied snel en efficiënt te doorkruisen.
Voorbeelden van medegebruik zijn maricultuur, andere vormen van duurzame energieopwekking en opslag, natuurontwikkeling en passieve visserij. Per windpark wordt in een Handreiking gebiedspaspoort aangegeven waar welke vormen van medegebruik het best zijn in te passen en daarom de voorkeur genieten. Binnen het windenergiegebied Borssele is circa 100 km2 beschikbaar voor medegebruik. Rijkswaterstaat heeft voor de aanvragers van vergunningen voor medegebruik in het windenergiegebied Borssele een korte video gemaakt: Medegebruik windparken Noordzee .

Welke rol speelt de nieuwe noodhulpsleper waarover de kranten berichtten?

Du Saar: “Inderdaad heeft de Kustwacht sinds 1 januari de beschikking over een nieuw schip. Dit heeft vooral te maken met een extra borging van de scheepvaartveiligheid. Borssele ligt ingeklemd tussen drukke vaarroutes van en naar de havens van Antwerpen, Vlissingen en Rotterdam. Het vaartuig ligt permanent bij de windparken van Borssele en kan zo bij noodgevallen de scheepvaart direct assisteren. Ook dit is nieuw voor Nederland. Want de noodsleper Guardian, waarover de kustwacht al jaren beschikt, vaart eigenlijk alleen preventief uit bij slecht weer op zee. Dus ook hier is een mooi leermoment benut.

Recent was er het voorbeeld van een cruiseschip dat voor de kust van Noorwegen op drift raakte. De kans daarop is klein, maar niet geheel uit te sluiten. Als zo’n schip zijn voortstuwing verliest en dan op een windenergiegebied afdrijft, moet er zo snel mogelijk hulp ter plaatse zijn om schade te voorkomen. Binnenkort komt er een tweede schip bij, ten behoeve van andere windparken.”

Spannende toekomst

Bijpost vervolgt: “We moeten ons realiseren hoe groots de ontwikkeling van windparken op zee is. De bouw gaat ook komende decennia door en afhankelijk van het nieuwe kabinet komt er nog een schepje bovenop. Politieke keuzes spelen immers een belangrijke rol bij de energievoorziening van de toekomst. Wat zeker is, is dat de windparken een groot beslag leggen op het zeeruim. Dit heeft het ruimtelijke ordening vraagstuk naar een hoger niveau getild en ook de handhaving en het toezicht ver op zee. Besef dat de parken er voor 30-40 jaar staan en er dus zo lang beheer – en handhavingstaken zijn. Voorlopig kunnen we voort met dit mooie werk!”