Meer inzicht in vlieggedrag grote stern buiten het broedseizoen
Voor de verbetering van aanvaringsberekeningen van vogels met windparken op zee zijn veldgegevens nodig zoals vliegsnelheden en uitwijkpercentages per vogelsoort. Voor de grote stern waren de beschikbare veldgegevens voornamelijk verzameld tijdens de broedperiode. Omdat niet uit te sluiten viel dat deze veldgegevens significante verschillen vertonen met de maanden buiten de broedperiode, heeft Wozep hier onderzoek naar gedaan.

In die broedperiode, juni-juli, keren grote sterns elke keer terug naar de broedkolonie voor het voeden van de jongen. Dat weten we uit eerder onderzoek. De GPS-loggers die in dat onderzoek zijn gebruikt hebben niet alleen gegevens verzameld tijdens het broedseizoen, maar hebben gedurende een langere periode gefunctioneerd. Daarmee hebben ze ook gegevens verzameld voor de periode waarin de broedparen met de jongen de kolonie verlaten, voor de migratieperiode en voor de aankomstperiode in het jaar erna.
Vliegbewegingen op zee
Uit die gegevens is op te maken dat grote sterns buiten de broedperiode vliegbewegingen laten zien verder op zee. Ze kunnen daardoor in aanraking komen met offshore windparken. Dat verschilt dus van het gedrag in de broedperiode; dan bevinden de nieuwere offshore windparken zich buiten hun vliegbereik.
Omdat grote sterns zich in de maanden april-mei vaker 25 km of meer buiten de kust bevinden en de schattingen van het uitwijkpercentage in deze periode ook iets hoger lijken te liggen, lijkt de soort in deze periode vooral gevoelig voor uitwijking van windparken. Daartegenover staat dat de aanvaringskans in deze periode dus mogelijk ook iets wordt verkleind omdat ze minder in de buurt van parken te vinden zijn. Echter zijn de verschillen tussen de seizoenen niet significant.
33 kilometer per uur
Wat betreft vliegsnelheden zijn er geen significante verschillen geconstateerd. De vliegsnelheid buiten het broedseizoen wordt gekwantificeerd met een gemiddelde van 33 km/u, wat overeenkomt met vliegsnelheden die in eerdere studies voor de soort zijn gerapporteerd.
Realistischere berekeningen
Op dit moment hoeven er geen veranderingen doorgevoerd te worden in de methodiek; er is geen aanleiding gevonden om onderscheid te makken tussen broedseizoen en niet-broedseizoen. De nieuwe kennis wordt gebruikt om realistischere berekeningen te doen van aanvaringslachtoffers in het KEC en de MER bij een kavelbesluit. Het gaat om zogenoemde modelberekeningen, omdat er op dit moment nog onvoldoende data beschikbaar zijn over daadwerkelijke aanvaringen. Aanvullend hierop is Wozep bezig met het daadwerkelijk meten van aanvaringen, waarbij ook internationaal wordt samengewerkt.
Het rapport is op het Noordzeeloket te vinden: Avoidance of offshore wind farms and movements by Sandwich Terns from pre- to post-breeding (pdf, 5.9 MB)
Of lees eerst de duiding van het onderzoek.