Vergelijkingssstudie bruinvisklikdetectoren biedt nieuwe inzichten in bruinvisdetectie

Tijdens de jaarlijkse European Cetacean Society (ECS)conferentie, die in mei 2025 op de Azoren plaatsvond, presenteerde Wageningen Marine Research een poster met de resultaten van een vergelijking tussen bruinvisklikdetectoren. Deze studie maakt deel uit van Wozep-onderzoek naar de geschiktheid van windparken als leefgebied voor bruinvissen. De poster kreeg veel aandacht. Niet zo gek als je bedenkt dat het één van de eerste studies is die bruinvisdetectoren vergelijkt.

Deze studie vergelijkt twee systemen voor het akoestisch monitoren van bruinvissen: de vertrouwde CPOD en de nieuwe, technologisch geavanceerdere FPOD. Het onderzoek wordt uitgevoerd in windpark Borssele. Beide apparaten registreren de klikgeluiden die bruinvissen maken om te navigeren, prooien op te sporen en met elkaar te communiceren. Bruinvissen zijn vrijwel volledig afhankelijk van geluid om hun omgeving waar te nemen. Met hun ultrasone klikjes ‘zien’ ze in feite door te luisteren naar echo’s, vergelijkbaar met sonar. Doel van dit onderzoek is om beter te begrijpen hoe windparken op zee, zoals die bij Borssele, invloed hebben op bruinvissen en het bredere mariene ecosysteem.

windmolens en meetschip met onder water bruinvissen en de verschillende meetunits

Eerste conclusies na een jaar meten

Met het oog op de continuïteit van dit onderzoek, maar ook voor nieuwere windparken waar uitsluitend FPOD’s worden gebruikt, is het belangrijk om te onderzoeken in hoeverre de gegevens van CPOD’s vergelijkbaar zijn met de data die door de nieuwere FPOD’s worden gegenereerd. In dit onderzoek zijn beide apparaten in 2022 gelijktijdig op vier locaties ingezet, zowel binnen als buiten windpark Borssele.

Het vergelijkende onderzoek is in 2025 afgerond. De belangrijkste bevindingen van een jaar meten zijn:

  • FPODs detecteren vaker bruinvis klikgeluiden dan CPODs, dankzij verbeterde technologie.
  • Beide apparaten geven vergelijkbare seizoenspatronen, maar FPODs laten meer detail zien.
  • Voor analyses op dagelijks niveau kunnen data van beide apparaten goed worden vergeleken.
  • Bij een fijnere tijdsschaal (uur/minuut) moet rekening worden gehouden met verschillen in gevoeligheid waardoor uitkomsten minder makkelijk te vergelijken zijn.

Een opvallend nieuw inzicht is dat de data een interessant patroon laten zien dat nog niet eerder is beschreven. In de lente detecteerden de beide apparaten relatief veel klikactiviteit overdag, terwijl dit in andere seizoenen vooral ’s nachts gebeurt.

Langetermijntrends

Een interessante vraag voor toekomstig onderzoek is of dit te maken heeft met het foerageergedrag (het zoeken naar voedsel) van de bruinvis of misschien zelfs met sociale interactie tussen deze kleine walvisachtigen.

De overgang van CPOD naar FPOD is essentieel om langetermijntrends in bruinvisaanwezigheid te kunnen blijven volgen. Dankzij vergelijkingsonderzoek als dit, kunnen we deze overstap maken zonder waardevolle gegevens te verliezen.

Meer weten?

Wageningen Marine Research heeft deze studie uitgevoerd in opdracht van Wozep (Rijkswaterstaat/Ministerie van Klimaat en Groene Groei) en in samenwerking met WaterProof B.V. als onderdeel van het Bruinvis Netwerk Borssele project.

Zie de poster (jpeg, 11 MB) en het bijbehorende rapport ‘Comparison of CPOD and FPOD performance in monitoring harbour porpoise occurrence (pdf, 4.2 MB)’.

Meer informatie over bruinvisonderzoek en in het bijzonder over het onderzoek in en rond windpark Borssele is te vinden op het Noordzeeloket. Daar is ook een filmpje over het Bruinvis Netwerk Borssele project te vinden.