Windenergie op zee
Nederland werkt aan hernieuwbare, betrouwbare en betaalbare energie die voor iedereen beschikbaar is. Een overgang naar een duurzame energievoorziening is van groot belang voor de nationale bijdrage aan de doelen van het klimaatakkoord van Parijs. Daarnaast zorgt de afnemende beschikbaarheid van fossiele brandstoffen en de mate van afhankelijkheid van internationale energieleveranciers ook voor de vraag om alternatieve wijzen van energievoorziening. De Nederlandse Noordzee kan, onder andere door middel van windenergie op zee, een grote rol spelen in het realiseren van de doelen van het klimaatakkoord en de transitie naar duurzame energievoorziening.
Energieakkoord
In het Energieakkoord voor duurzame groei is afgesproken dat windparken op zee in 2023 een totaal vermogen hebben van circa 4,5 gigawatt. In 2015 is vervolgens de Wet Windenergie op Zee in werking getreden. Deze wet geeft het Rijk de mogelijkheid kavels uit te geven voor de ontwikkeling van windparken op zee.
Uit de eerste routekaart voor windenergie op zee (tot 2023) zijn daarna kavels uitgegeven in de windenergiegebieden Borssele en Hollandse kust (zuid en noord).
Routekaart 2030
In de Routekaart 2030 zijn voor de periode 2024-2030 de hoofdlijnen geschetst om een extra vermogen van circa 7 gigawatt aan windenergie op zee te realiseren. Het grootse deel (ruim 6 gigawatt) moet worden opgewekt in gebieden die al eerder zijn aangewezen in het Nationaal Waterplan 2016-2021. Het zijn de gebieden Hollandse Kust (west), Ten noorden van de Waddeneilanden en IJmuiden Ver.
Zie voor meer informatie over de Routekaart windenergie op zee 2030 de brief van 27 maart 2018 van de Minister van Economische Zaken en Klimaat aan de Tweede Kamer en de officiële bekendmaking.
Aanvullende Routekaart
In 2020 heeft zowel de Europese Commissie als het Europese Parlement, mede door invloed van Nederland, de ambitie uitgesproken om in 2030 een CO2-reductiedoelstelling te bereiken van -55 procent ten opzichte van 1990. Windenergie op zee zou daarin een belangrijk aandeel moeten hebben. Het kabinet heeft daarom begin 2022 besloten rond 2030 (later bijgesteld naar 2033) een totaal vermogen van circa 21 gigawatt met windenergie op zee te realiseren. Dat wil zeggen een extra vermogen van 9,5 bovenop de eerder gestelde ambitie van 11,5 gigawatt.
In het Klimaatakkoord was al afgesproken dat een eventuele extra opgave voor windenergie op zee gebonden is aan twee belangrijke voorwaarden:
- Er is een aantoonbare energievraag vanuit de industrie nabij de kust. Als die energievraag groot is, is het niet nodig om de energie verder het land in te transporteren en daarmee om het hoogspanningsnet uit te breiden.
- Er worden voldoende nieuwe windenergiegebieden aangewezen.
Zie de Kamerbrief van 10 juni 2022 voor meer informatie over de Aanvullende Routekaart 21 gigawatt.
Belangenafweging
Bij het uitvoeren van de plannen voor grootschalige uitrol van windenergie op zee, houdt de overheid zoveel mogelijk rekening met de verschillende belangen op zee en aan de kust. Hoewel het lijkt alsof er letterlijk een zee aan ruimte beschikbaar is op de Noordzee, blijkt in de praktijk al veel ruimte in gebruik: zo is er veel scheepvaart en visserij, vindt er olie- en gaswinning plaats en zijn er oefengebieden van Defensie, natuurgebieden en gebieden voor zandwinning (zowel commercieel als ter verdediging van de Nederlandse kust). Ook is de zee op sommige plaatsen ongeschikt voor windturbines, omdat ze te diep is. Daarnaast betekent een grotere afstand tot de kust langere, duurdere kabels en hogere kosten aan onderhoud. Waar uiteindelijk windenergiegebieden komen, luistert dus heel nauw. Er wordt gekeken naar een grote hoeveelheid factoren waaronder de betaalbaarheid, de energieopbrengst en de effecten op onder meer natuur, olie- en gaswinning, visserij, scheepvaart en toerisme.
Nieuwe windenergiegebieden
De onbenutte (delen van) windenergiegebieden op zee in het Nationaal Waterplan 2016-2021 boden nog maar beperkt ruimte voor nieuwe windparken. Daarom heeft het kabinet in maart 2022 de windenergiegebieden Nederwiek, Lagelander en Doordewind aangewezen om de doelstelling van circa 21 gigawatt wind op zee rond 2030 (later bijgesteld naar 2033) mogelijk te maken. Deze nieuwe windenergiegebieden zijn aangewezen in het Programma Noordzee 2022-2027.
Samenwerken
De ministeries van Klimaat en Groene Groei, Infrastructuur en Waterstaat, van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties werken samen aan het realiseren van de doelstelling in het programma Windenergie op Zee. Bij het realiseren van de plannen zijn de windenergiesector, de stakeholders op zee, de kustoverheden en bewoners betrokken.
Windenergiegebieden en windparken
Nieuws

- Veiligheidszone ingesteld rond kavel VI van offshore windenergiegebied Hollandse Kust (west)
- Windparken op zee staan twee avonden achter elkaar stil vanwege vogeltrek
- Zwarte wiek op windturbines maakt in Eemshaven geen verschil voor vogels
- Natuur en energiesysteem nog belangrijker bij volgende windparken op zee
- Vervolgstappen voor scheepvaarveiligheid op een steeds vollere Noordzee
- Nieuwe planning windenergie op zee: 21 gigawatt in 2032
- Windenergiegebied Hollandse Kust (noord) kavel V: nieuw besluit veiligheidszone en gebiedspaspoort medegebruik
- Nieuw onderzoek naar zenderen bruinvissen
- Windenergiegebied Hollandse Kust (zuid) opengesteld voor medegebruik en doorvaart in de passage
- Maatregel om tijdens vogeltrek windparken op zee stil te zetten dit najaar formeel van kracht
- Wijziging beleidsregel instelling veiligheidszones windparken op zee
- Bruinvisonderzoek in windpark Borssele in beeld en geluid