Doggersbank
De Doggersbank is een ondiepte die zich uitstrekt over de Engelse, Nederlandse, Duitse en Deense delen van de Noordzee.
Het Nederlandse Habitatrichtlijngebied is een zeegebied van circa 4.715 km² in de noordelijke punt van de Exclusieve Economische Zone (pdf, 160 kB), op circa 275 km ten noordnoordwesten van Den Helder. De naam komt van het vijftiende-eeuwse Nederlandse woord voor kabeljauw: dogge of doggevisch. Een dogger was een kabeljauwvisser of diens vissersboot.
De Doggersbank is een habitatrichtlijngebied dat bestaat uit ‘permanent met zeewater van geringe diepte overstroomde zandbanken, subtype Doggersbank’ (zie: habitattype H1110C).
De habitatrichtlijnsoorten zijn de bruinvis, grijze zeehond en gewone zeehond.
Soortenrijkdom Doggersbank
De waterdiepte in het Nederlandse deel van de Doggersbank varieert tussen 24 en 40 meter. Het gebied onderscheidt zich van permanent overstroomde zandbanken dichter bij de kust, doordat het zoute water er niet wordt gemengd met zoet rivierwater. Er zit weinig zwevend materiaal in de waterkolom zodat het doorzicht groot is. Licht dringt tot op de bodem door, zodat daar fotosynthese mogelijk is en er tal van organismen kunnen leven.
Voor zeevogels en voor zeezoogdieren vormen de zandspiering en smelt hier een belangrijke voedselbron. In het gebied komen tal van vissoorten voor die tegenwoordig zeldzaam zijn, die een lange levensduur hebben en zich traag reproduceren, zoals de stekelrog.